Dit is het archief van de categorie ‘In de wijk’

Pseudopastoor

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 16 juli 2015

Een inwoner uit Beuningen heeft last van de kerkklok bij hem in de buurt. Hij wordt ’s morgens te vroeg wakker van de klok en hij vindt al dat gebeier niet meer van deze tijd. Als de pastoor zo nodig de mensen wil waarschuwen dat de mis begint, dan moet hij maar een sms – je sturen. Ook pastoors moeten met hun tijd mee gaan. Daarom stapt hij naar de rechter met het verzoek dat onnodige gebeier ogenblikkelijk te stoppen. Weg met die klok.

Nietjes

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 6 juni 2015

Vanmiddag heb ik tijdens een signeersessie van mijn boek Uitgesproken onderstaande column uitgesproken.

De Gelderlander heeft twee weken geleden veranderingen in de opmaak doorgevoerd. Ook een krant moet op gezette tijden iets aan het uiterlijk doen. Niet dat de lezers er om gevraagd hadden. Zij willen gewoon een krant met lezenswaardige zaken, die ’s morgens vooral op tijd op de mat moet liggen. Veel meer eisen hebben ze niet. Een paar dagen na de nieuwe opmaak werd door de redactie van de Gelderlander via internet de vraag gesteld wat men er van vond. Wat was met stip de grootste klacht over de verandering? De vernieuwde Gelderlander heeft geen nietjes meer, waardoor de krant te snel uit elkaar valt. Geen nietjes. Dieper kun je als krant schijnbaar niet zinken.

Licht

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 29 mei 2015

De afgelopen jaren heb ik veel geschreven over het onnavolgbare beleid van de gemeente Nijmegen met betrekking tot horeca. Zo maar ergens koffie, bier of iets sterkers drinken is er niet bij. In huiselijke kring mag dat natuurlijk wel; daar gaat de gemeente niet over. Dat is maar goed ook, want om buiten de deur tegen betaling een kop koffie, glas Belgisch bier of iets sterkers drinken is geen sinecure. Daar zijn regels voor bedacht. Horecaregels. Kort samengevat: ik krijg er al jarenlang een enorm punthoofd van. Want probeer het maar eens uit elkaar te houden wat er bedoeld wordt met tijdelijke horeca, ondersteunende horeca, of seizoensgebonden horeca. Dat valt toch allemaal niet meer te snappen? La Chouffe is La Chouffe; cappuccino is cappuccino; zou je denken. Maar zo werkt dat niet. In ieder geval niet in Nijmegen. En zeker niet in de Waalsprong.

Veelbelovend

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 27 maart 2015

Afgelopen maandag mocht ik de bewonersavond Hof van Holland leiden. Ruim 100 bewoners werden door Bert Velthuis aangemoedigd om eens flink te dromen hoe dit nieuwe deel van de Waalsprong er uit zou moeten gaan zien. Nou; dat was niet tegen dovemansoren gericht. Binnen een uur ontstond er een prachtige nieuwe wijk, waar iedereen zo zou willen gaan wonen. Laat de hijskranen maar doorkomen. Bert was er op het einde van de avond niet helemaal zeker van of alle dromen wel gerealiseerd kunnen worden, hoewel hij volgens eigen zeggen ’s nachts ook vaak mooie dromen heeft. Maar ja; komt hij ’s morgens uitgeslapen en wel in het Stadhuis, dan gelden er andere wetten. En dan worden dromen soms wreed verstoord.

Pieken

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 24 januari 2015

Harry Piekema is de bekendste filiaalmanager van Nederland. Deze status dankt hij aan zijn rol in de reclamespotjes van Albert Heijn op televisie. Harry Piekema stopt met deze rol. De vacature van bekendste filiaalmanager van Nederland is dus vacant. In Nijmegen loopt iemand zich warm om deze rol over te nemen. Weliswaar nog niet als de bekendste filiaalmanager van Nederland, maar in ieder geval wel als de bekendste van Nijmegen en omstreken. Ook mooi. Het is niemand minder dan Bert Velthuis.

Realiteit

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 12 december 2014

Tussen ideaal en realiteit ligt vaak een wereld van verschil. Politici kunnen er over meepraten; Hubèrt Bruls voorop. Dat is afgelopen week gebleken. Rob Jaspers heeft een tijd geleden in het Nieuwscafé van de Gelderlander het dringende verzoek gedaan aan Rob Jetten van D66 om serieus oppositie te voeren en uit te scheiden met het stellen van onnozele schriftelijke vragen aan het College. Rob Jetten beloofde beterschap. Toch zag ik afgelopen week weer een onnozele vraag van D66 op de site van de gemeente staan.

Tijdelijk (2)

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 28 november 2014

Mensen van zekere leeftijd, en daarmee bedoel ik mijn generatie en ietsjes ouder, kennen allemaal het lied dat Leen Jongewaard ooit zong: “Kom Kees het is maar tijdelijk; het zal wel weer over gaan”. Nijmegen heeft de laatste decennia weinig wethouders gehad die Kees heetten. Dat is te merken in de stad. Want als hier iets als tijdelijk begint kun je er donder op zeggen dat er van alles en nog wat gebeurt, behalve dat het over gaat. De maycretewoningen aan de Hatertseweg zijn voor mij het bekendste voorbeeld.

KOLOS IN DE TUIN

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 23 oktober 2014

Omdat Bottendaal en Willemskwartier nog bedacht moesten worden strooide de stad meer dan een eeuw geleden ruimhartig met grond om eindelijk de trein binnen te kunnen halen.

Oh, oh, oh wat waren we blij.

Tientallen jaren hadden we bij de koning op de knieën gelegen om opgenomen te mogen worden in de grote mensenwereld, maar de Staten Generaal zagen het uithoekje aan de Waal niet zitten omdat spoorbruggen prijzig waren.

Nijmegen was goed voor de beurtvaart, de pont en de postkoets.

Verder niet nuilen.

Eerst een kleine veertig jaar nadat Arnhem op het spoor werd aangesloten kwam Nijmegen om de hoek kijken, hetgeen meteen verklaart waarom het tussen NEC en Vitesse niet spoort, maar dat terzijde.

Dermate verheugd was Nijmegen dat men aanvankelijk zelfs vergat om een behoorlijk stationsgebouw te eisen, terwijl de Spoorwegen wel een terrein ter grootte van vele voetbalvelden in de schoot geworpen kreeg en dat breekt thans op.

Het Willemskwartier mort en dat is niet voor het eerst.

Toen Nijmegen zich in de jaren zeventig geen raad met het huisvuil wist kreeg de buurt een overlaadstation in de maag gesplitst, en dat ondanks alle demonstratieve volkswoede die onder leiding van de SP voor jaren een anarchistisch stempel op de stad zou drukken.

Maar dat was toen.

Onder auspiciën van een SP-wethouder wordt thans ernstig overwogen om de spoorkuil op te zadelen met een giga-werkhal die groter is dan de Broerstraat lang is hetgeen geen reden voor veel vreugde is.

Ik bedoel dan het soort vreugde dat wij ontlenen aan het bezit van een achtertuintje dat met behulp van Intratuin en Blokker omgetoverd is in een knus, groen lusthofje waar je schaamteloos je gang mag gaan zolang je er maar geen grote duiventil bouwt.

En wat anders is die spoorkuil anders dan een deel- en pluktuin van Willemskwartier en Bottendaal samen.

Laat ze die geplande kolos maar gebruiken als tunnel voor de Limburgse dieseltreintjes, maar dat wordt vooralsnog niet overwogen.

Integendeel.

Hier moeten straks vol-continue treinen worden opgelapt die nu massaal achter het Centraal Station uitgerangeerd staan te wezen.

Ook al midden in de stad.

Met wat goede wil moet het toch mogelijk zijn elders op een industrieterrein een paar vrije voelbalvelden te vinden waar de NS naar hartelust mag knutselen.

Als het maar niet in onze achtertuin is.

Not in my backyard, afgekort ‘nimby’, hetgeen in de bijbel van de ruimtelijke ordening staat voor een procedure waarbij de buurman opgescheept wordt met een vuiltje dat over de schutting wordt gegooid.

En?

Mark Enneken

Driftblootstelling

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 3 oktober 2014

Zorgzaam zijn voor de buren is een goede eigenschap. Zeker nu de bezuinigingen op de zorg ons allemaal gaan raken. Dan is het goed als buren een beetje bezorgd zijn voor elkaar. Het aloude nabuurschap als noodzakelijk iets vanwege veranderende maatschappelijke omstandigheden. Sommige bewoners van de Weezenhof en de Bewonersraad Weezenhof gaan een flink stuk verder. Zij maken zich enorm zorgen om buren, die ze nog niet eens hebben. Dit is de overtreffende trap van bezorgdheid. Een bijna niet voor te stellen vorm van medemenselijkheid.; om tranen van in de ogen te krijgen. En die heb ik gekregen. Alleen zijn het bittere tranen. Hele bittere tranen.

Lent

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 6 september 2014

“Onze koetsier ging met een sukkeldrafje en toen we bij de gierpont kwamen, was het te laat om nog de Waal over te steken. We waren er erg ontstemd over dat we in een slechte plaats als Lent moesten verblijven, terwijl we Nijmegen als het land Kanaäns voor ogen hadden, dat zich aan ons presenteerde met zijn verlichting weerspiegeld in het water.” Deze woorden schreef Nina d’Aubigny, een Duitse muzieklerares, op 1 september 1791 in haar dagboek, toen ze een reis door Nederland maakte. Dit fragment stond afgelopen week in de Volkskrant. Nijmegen als het onbereikbare beloofde land aan de overkant van de Waal. En dan godbetert noodgedwongen in Lent moeten slapen. Erger kon het niet. Hoe wreed was het leven 223 jaar geleden.