Twaalf jaar nog, te jong om terug te kijken. Maar sinds vanmorgen ook geen toekomst meer.
Ik reed vanavond langs de plek, bij ons om de hoek. Gele krijtstrepen markeerden de baan van de vrachtwagen. Op het asfalt ook haar fiets getekend, liggend. De eerste bloemen bij de plek. Tranen.
Ik denk aan het meisje dat vanmorgen nooit de school heeft bereikt. Aan de traumahelikopter die laag overvloog. Aan de drukte van auto’s in onze straat, waardoor ik wist dat er een weg was afgezet, iets ergs was gebeurd. Neem maar een weggetje binnendoor, zei ik tegen mijn dochter die ook naar school ging, anders zie je misschien iets dat je niet wilt zien. Mijn dochter is net zo oud als het meisje van vanmorgen. Blijkt achteraf.
Ik denk aan de ouders die zijn gebeld. Aan de hakbijl die op dat moment een gat in hun bestaan heeft geslagen. Het zal nooit overgaan, de pijn, het gemis. Ik denk aan de mensen die het allemaal hebben gezien, aan het kruispunt. Nachtmerries van onmacht. Maar ik denk ook aan de chauffeur, voorbij alle schuld, wiens leven is verwoest.
Erger kan bijna niet.
Ik reed vanavond langs de plek. Bloemen, maar verder als normaal. Onwetend draaien auto’s de kruising op. Fietsers fietsen dezelfde weg als het meisje vanmorgen, maar komen veilig aan de overkant. Muziek schalt uit Doornroosje.
Morgen koop ik bloemen.
Lugubere krijtstrepen op het asfalt - links een fiets, rechts een mens
Een bijdrage van Marcel Smit, gepubliceerd op 30 maart 2012
Met negen andere genomineerden dong het Nijmeegse project Hessenberg/Lange Hezelstraat mee naar de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit 2012. Een prijs van de provincie Gelderland voor ruimtelijke projecten die een opvallende bijdrage leveren aan de Gelderse leefomgeving. Thema was deze keer ‘bouwen aan identiteit’. Vorige week werd de winnaar bekend: niet de Hessenberg/Lange Hezelstraat, maar het project de Botterwerf in Elburg.
Jammer, maar laten we alleen al de nominatie als een beloning en stimulans zien. Grenzend aan de Hessenberg is de Lange Hezelstraat weer in oude luister hersteld: terug naar de historische identiteit, het middeleeuwse karakter van de oudste winkelstraat van Nederland.
Spectaculairder nog is het nieuwbouwcomplex op de Hessenberg, een plek die historie ademt en die nog maar weinig Nijmegenaren lijken te kennen. Lees verder »
Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 24 maart 2012
Al mot ik krupe, op blote voeten gaon; ik wil nog één keer Sint Steven heuren slaon. Deze simpele woorden, recht uit het hart opgeschreven door Graodus fan Nimwege, moeten verplicht uit het hoofd geleerd worden door iedereen die in Nijmegen komt wonen. De liefde voor de Sint Steven als onlosmakelijk onderdeel van een echte Nijmeegse inburgeringscursus. Samen in één potporie met “Weer trekken wij ten strijde” en “Wij lopen de Vierdaagse mee”. Het is natuurlijk gek, dat Turgay Tankir al geruime tijd wethouder was en via mij de woorden Al mot ik krupe, inclusief melodie, heeft geleerd. Dit omdat hij als 5e loco in Knotsenburg de burgemeester moest vervangen. “Het is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk” vertelde Turgay me achteraf. Natuurlijk niet. Liefde voor een belangrijk icoon van de stad hoeft niet zo moeilijk te zijn. Als je maar wilt.
Wie aan Nijmegen denkt, denkt aan de Sint Steven èn aan de Waal. Ook een belangrijk onderdeel van de Nijmeegse identiteit. En de Waal gaan we vanaf nu met zijn allen omarmen. Tenminste, dat laat de gemeente ons op allerlei manieren weten. Hannie Kunst en Jan van der Meer hebben de vleesspiesen uit de onderste verdieping van Quirins verdreven om bezoekers via het nieuwe Informatiecentrum aanschouwelijk onderwijs te geven hoe dat omarmen van de Waal gaat gebeuren. En dat is niet niks. Zo maar de Waal wat knuffelen is er niet bij. Omarmen vereist flink wat meer. Het graven van een nevengeul; het verleggen van een dijk; het maken van een nieuw eiland; het realiseren van bruggen. Dat omarmen gaat gepaard met verandering; de foto’s en filmpjes op de Quirins laten daarover geen twijfel bestaan. Ik kan er inkomen. Een stad is net als het leven continu aan verandering onderhevig. Lees verder »
Een bijdrage van Marcel Smit, gepubliceerd op 22 maart 2012
Vriendschap is een illusie, zong Het Goede Doel ons aan het eind van de vorige eeuw toe. Geen illusie maar een ongemak, laat het thema van de Boekenweek ons tot en met 24 maart weten: Vriendschap en andere ongemakken.
Allebei niet waar, vinden anderen. Vriendschap bestaat. Er is juist alleen ongemak als vriendschap ontbreekt.
In ons wijkblad staat een bericht over de cursus Zin in vriendschap. De cursus is bedoeld voor ‘vrouwen vanaf 55 jaar die stil willen staan bij het thema “vriendschap”. Zij krijgen mogelijkheden aangereikt om nieuwe vriendinnen te vinden en bestaande vriendschappen te verdiepen.’ Dat gebeurt in maar liefst twaalf bijeenkomsten van tweeënhalf uur. Lees verder »
Het Huis van de Nijmeegse geschiedenis heeft een nieuwe actie bedacht. Nijmegenaren kunnen hun eigen held kiezen. Dat kan op twee manieren: vanaf 1 mei is in de Mariënburgkapel een reeks helden te zien, van het jaar 0 tot nu. Bezoekers kunnen daarop stemmen. Maar voordat het zover is, mag iedereen zijn eigen held aanmelden. Het publiek gaat dus straks bepalen wie de Grootste Nijmegenaar is.
Grootste Nijmegenaar? Kennen we dat niet? Inderdaad, zo’n verkiezing is er al geweest, in 2005. Afgelopen december hebben we er nog over geschreven, maar toen in een ander verband. Die verkiezing in 2005 bracht nogal wat commotie teweeg, onder andere omdat er twee niet-bestaande personen meededen: Marieke van Nieumeghen en stripfiguur Dirkjan (zie afbeelding). In de maanden durende strijd lag DJ Stevie Starlight lang aan kop door een uitgekiende reclamecampagne. Na verloop van tijd werd hij voorbijgestreefd door ex-wereldkampioen kickboksen Perry Ubeda. Tot grote ergernis van het universiteitsblad Vox, dat op de valreep een campagne begon om Titus Brandsma hoger in de ranglijst te krijgen. Zelfs KRO-presentator Fons de Poel bemoeide zich ermee: “Het zou een schande zijn als een kickbokser de grootste Nijmegenaar zou worden. Dan is er echt iets mis met het historisch besef van de Nijmegenaren.” Dankzij de universitaire en katholieke lobby won Titus Brandsma alsnog de verkiezing en bleef Nijmegen een grotere blamage bespaard. Maar het kwaad was al geschied: de knulligheid van het hele gebeuren had zijn weg al gevonden naar de landelijke media.
En nu, zeven jaar later, begint het circus opnieuw. Welke lolbroek zal er nu weer een originele kandidaat opvoeren en zijn hele kennissenkring optrommelen om daar op te stemmen? Wie mogen we straks begroeten als onze helden? Een NEC-er? De voorzitter van een korfbalvereniging? Een wethouder? Moenen? Een van de redacteuren van Nijmegen Centraal? De organisatie lijkt vooralsnog weinig te doen om het kaf van het koren te scheiden, integendeel: “De inzenders van de meest originele inzendingen zullen met een prijsje beloond worden,” zo meldt het persbericht. Dat belooft niet veel goeds.
Volgens mij is er niets mis met het historisch besef van de Nijmegenaren, zoals Fons de Poel beweert. Volgens mij is er wel iets mis met de drang om op deze platte, vertroebelende manier om te gaan met geschiedenis. En wat me nog het meeste verbaast, is dat we kennelijk weinig hebben geleerd van de verkiezingssoap van 2005. Als we niet uitkijken, zal die geschiedenis zich herhalen.
Een Nijmeegse zandweg in 1920. Foto: Regionaal Archief Nijmegen
Volgende week is er in mijn wijk, Hatertse Hei, weer een wijkschouw waarvoor de gemeente tegenwoordig de kekke naam ‘Kijk op uw Wijk‘ hanteert. Deze schouw samen met de wijkbeheerder en een groepje bewoners met een mening wordt ieder jaar gehouden. Het is bedoeld om samen naar de openbare ruimte te krijgen. Hoe staat het met het grijs en het groen?
Als mijn agenda het toelaat, fiets ik altijd graag mee om te kijken naar verbeterpunten in mijn wijk. In de afgelopen jaren zijn allerlei praktische zaken, zoals verwilderd groen of een rollator-onvriendelijke stoepje, met succes aangepakt na zo’n wijkschouw. Een verzoek om wat extra groen hier en daar wordt ook bijna altijd ingewilligd. Heel nuttig dus, om al fietsend al die praktische zaken de revue te laten passeren.
Het is overigens ieder jaar weer bijna hetzelfde handjevol bewoners dat mee komt, en dat zal in andere wijken vast ook niet anders zijn. Als de wijkschouw nieuwe inzichten oplevert, dan is zo’n weerzien met telkens dezelfde mensen helemaal niet erg. Maar elk jaar over dezelfde punten beginnen, is dan weer een déjà vu gevoel waar ik niet vrolijk van word. Al jaren achtereen constateren wij dat de wegen in de wijk nu wel heel erg slecht aan het worden zijn. Ik heb kleine kuiltjes zien uitgroeien tot gapende gaten. Sommige straten zijn werkelijk bezaaid met gaten en kuilen, die het veilig fietsen door de wijk tot een uitdaging maken. Je kunt er bijna een dagtaak van maken om ze allemaal bij de Bel&Herstellijn aangemeld te krijgen. Lees verder »
Een bijdrage van Jac. Splinter, gepubliceerd op 18 maart 2012
Peerpressure of postcodeloterijtacktiek? Noem het wat je wilt maar ik vond de campagne voor de aanleg van het glasvezelnet in NijmegenOost een beetje teveel van het goede. Met onduidelijke argumenten wordt je een duurder/onduidelijk abonnement aangepraat. Wie slim rekent en geen kosten wil hebben voor het opzeggen van het huidige contract kan rustig een jaartje wachten volgens mij. En die snelheid is ook afhankelijk van de randapparaten thuis. Best wel heroineprincipe toch?
Een bijdrage van Marcel Smit, gepubliceerd op 15 maart 2012
Tv-station Nijmegen1 noemt zich de stem van de stad. Zo’n stadse stem vertelt wat er in de gemeenschap omgaat en wie er wonen. Nijmegen1 doet dat, met nieuws, de mening van de mensen op straat, activiteiten van studenten en uitgaanstips.
Een van de vaste rubrieken was tot voor kort Straat van de week. Elke week, van maandag tot en met vrijdag, werd het verhaal van een specifieke straat verteld. Een historische verhandeling op de maandag belichtte de ontstaansgeschiedenis en de herkomst van de naam. De dagen erna kwamen de hoofdrolspelers aan de beurt: de bewoners. De volledige minidocumentaire van een straat duurde zo’n veertig minuten. Lees verder »