Hayke Veldman is naar de Tweede Kamer vertrokken. Volgens hemzelf de Champions League van de politiek. NEC daarentegen is nog ver verwijderd van de Champions League. Maar waarom kan Hayke Veldman wel de Champions League halen en NEC niet? Want zo gek is dat niet. Dat is in het verleden al eerder gebeurd. NEC was namelijk de eerste Nederlandse club, die de Champions League heeft gewonnen. Vreemd? Ik zal dat met harde feiten bewijzen.
Dit is het archief van juni 2014
Champions League
Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 28 juni 2014GEBETEN DOOR VOETBAL
Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 26 juni 2014Nu het Nijmeegse beroepsvoetbal is afgedaald naar de biercompetitie van Jupiler ben ik dorstiger dan ooit.
Daar is in deze dagen ook nauwelijks aan te ontkomen want je kunt geen terras betreden of de zaak is verpakt in feestartikelen van Oranjegezinde brouwers die uitroepen hoezeer het voetbal aan hun hart ligt hetgeen de meute gretig beaamt want de pomp stroomt in versnelling.
Mannen weten waarom, zo heet het, en omdat ik van die kant ben laat ik me meesleuren door het juichpakkende legioen dat om de hoek rond een reuzenscherm luidruchtig voor een variant op east-side in de Goffert speelt.
Dat heb ik geweten.
Nijmegen mag dan vele afwijkingen hebben, die van volstrekte voetbalgekte was me nooit zo geworden of het moet zijn geweest toen NEC lang geleden promoveerde. Daarop kan ik me nu alweer verheugen, maar het is vooralsnog louter Nederland wat de klok van de weggemoffelde Stevenstoren slaat.
Holland spreekt een woordje mee, zo galmt het over de Waal.
Zelfs de beste veldspeler die de Nijmeegse VVD tijdens de verkiezingen in de spits op kon stellen, kiest voor het nationale strijdtoneel om in het parlement als de libero te scoren op het speelveld der moestuintjes.
Intussen voel ik me hier als door een voetbal gebeten en gelijk een hamster meegezogen in een wonderlijke mengeling van Koningsdag en Knotsenburg.
Vanaf Molenstraat, Koningsplein tot Grotestraat houden blonde jongens een langgerekte polonaise en er kan geen doelpunt vallen of er barst een kakofonie los die de burgemeester er ongetwijfeld toe zal brengen om van de voetbalbond te eisen dat het aantal doelpunten voortaan beperkt moet blijven gezien de overlast die het veroorzaakt.
Nog een geluk dat het St. Anneke niet betreft want dan wordt de wedstrijd zonder twijfel voortijdig stilgelegd.
Intussen zwelgt de stad in het bier; alsof er alvast een voorschot moet worden genomen op de zomerfeesten wanneer de glazen kleiner en de prijs hoger wordt.
Het is dat ik me weleer in de kleine bieracademie (Het Pumpke) aan de Molenstraat enigermate bekwaamd heb in het nuttigen van gerstenat, want anders was ik ongetwijfeld gelijk IJslandse NEC-spelers geruisloos ten onder gegaan in alle gedruis waarin het voetbal verpakt wordt.
Ouwe jongens schuiven meters bier door, jonge meiden spelen voor sambabal en naarmate de avond vordert zie ik zelfs de nationale elf frivool over de grasmat dansen terwijl kenners mij verzekeren dat er sprake van betonvoetbal is.
Opeens zie ik die Jupilerleague helemaal zitten en overweeg ik ernstig een seizoenskaart voor NEC aan te schaffen.
Als vijfduizendste.
Mark Enneken
‘Nieuwe Look’…
Een bijdrage van Gerie Sandmann, gepubliceerd op 22 juni 2014Het begint nu te wennen de nieuwe ‘look’! Vanuit mijn raam zie ik de St.Stevenstoren steeds verder verdwijnen achter steigers. Het wordt nu écht serieus! Vooral ’s avonds biedt de toren een surrealistische aanblik. Verborgen achter een doorschijnende waas zie ik nog maar net de klok. Het doet me een beetje denken aan de tijd dat Christo allerlei gebouwen en bruggen inpakte en je daardoor een totaal andere beleving schonk! Toch heel bijzonder om dit van zo nabij mee te maken!
DRUIVEN OP DE WAALBOULEVARD
Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 19 juni 2014Omdat mensen soms net druiven zijn, blijft het kwakkelen op een kade waar de zon nauwelijks de kans krijgt om zich te spiegelen in het goud van een glas wijn.
Toch is roep om de Waalkade te laten sprankelen even hardnekkig als terecht, want als iets de stad aanzien geeft dan is het de bevallige ligging aan een rivier, alleen ligt de kade aan de verkeerde kant.
Desalniettemin staat het er doorgaans wat rommelig vol met spullen van uitbaters die veel weg hebben van de vissers die even verderop tevergeefs op steur wachten, terwijl de gemiddelde menukaart op de kade het niveau van de voorgebakken mossel zelden overstijgt.
Sinds de kaaisjouwer overbodig werd, droomt de stad van een mediterrane boulevard maar ondanks opeenvolgende ingrepen flaneert hier geen stedelijke fine fleur.
De kade is verre van frivool.
Daar is niet alleen die zon debet aan, maar ook de inrichters en stoffeerders die er zichtbaar vanuit zijn gegaan dat de handel hier ieder moment voor hoog water op de loop moet kunnen gaan.
Inpakken en wegwezen.
De kade geldt in de waterhuishouding niet voor niets als een winterbed waar de pannenkoekenboot desgewenst rondjes, met toelichting, moet kunnen trekken en dat verdraagt zich niet met meerwaardige tierelantijnen.
De vlakte oogt als een onopgemaakt bed, maar ziet, andermaal zijn er plannen de boel zodanig op te lappen dat de mens hier als vanzelf de rivier beleeft met een glas betere Rijnwijn in de hand.
Plannen genoeg, nu het geld, de zon en de bezoekers nog.
Wat te denken van een uitdagende hoogwatervrije steiger met afgeschermde zonnige zitjes, met riant zicht op de rivier, die bekroond worden door een hoekige wijnbar die met een panoramavenster verwijst naar de kranen die hier stonden in de dagen dat hier vaten gelost werden.
Een spraakmakend icoon voor de kade, dunkt me, maar helaas. De gezichtsbepalende schepping van de gevierde architect Croonen vond geen genade in de ogen van de goegemeente en kon zonder rumoer gesloopt worden.
Dat krijg je ervan als mensen net druiven zijn en in trosjes bij elkaar hogerop in de stad en in de zon gaan zitten.
Je kunt die kade opschudden wat je wilt, als het er niet speelser en warmer wordt blijft de wijn aan de zure kant.
Mark Enneken
‘St.Steven in de Steigers’…
Een bijdrage van Gerie Sandmann, gepubliceerd op 15 juni 2014Sinds begin juni staat de Stevenstoren in de steigers. Voor menig bezoeker een vreemd gezicht, omdat de toren beeldbepalend is voor het centrum. Het is echter de hoogste tijd, omdat de tufsteen die na de oorlog voor de herbouw van de kerk is gebruikt toen al poreus was. De tufsteen die toentertijd in Duitsland met dynamiet gewonnen werd, vertoonde op vele plekken bijna onzichtbare haarscheurtjes. Door inwerking van de elementen (vocht, vorst, zon) is die steen zo gaan werken dat er stukken afbrokkelden en naar beneden kwamen met alle gevolgen van dien. De werkzaamheden zullen,als alles volgens plan verloopt, rond juli 2015 afgerond zijn! De totale restauratie, waaronder ook enkel fresco’s in de kerk zelf, zijn begroot op ca. 1,5 miljoen euro! Het werk wordt in één keer gedaan, omdat het plaatsen van de steigers al 1,5 ton kost en dus een jaar blijven staan! De kerk blijft tijdens de werkzaamheden wel gewoon voor publiek geopend!
Code rood
Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 14 juni 2014 Afgelopen weekend gaf het KNMI code rood als waarschuwing. Het was dus flink oppassen geblazen. Code rood was in Nijmegen al in maart van toepassing en wel op politiek gebied. D66 had bij de verkiezingen voor de gemeenteraad weliswaar gewonnen, maar toch durfden de Democraten niet met de SP in het College te stappen. Het was flink oppassen geblazen voor die rode tomaten. Code rood dus. Dat tomaten ook wel eens groen kunnen zijn kwam bij D66 niet op. Ze kozen meteen voor de rol van oppositiepartij. Een gemiste kans. In Amsterdam is zelfs de VVD met de SP in het College gestapt. Het kan dus wel; als je maar wil. De komende 4 jaar zullen we D66 vooral via de Gelderlander horen verkondigen hoe het allemaal beter kan in deze stad. En dat allemaal dankzij een paar dagen code rood in maart.
MOMENT IN KRONENBURGERPARK
Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 12 juni 2014De zwier waarmee het Kronenburgerpark eind negentiende eeuw de hergeboorte van Nijmegen inluidde kan niet genoeg bezongen, getekend of gefotografeerd worden, ieder moment weer.
Je moet het moment pakken om te vereeuwigen, leerde ik van een Nijmeegse meester op dat terrein: fotograaf Jan van Teeffelen, overleden, maar wel in mijn gedachten als wolken boven de stad weer eens onheilspellend kolken en de lucht vol vals licht zit.
Als het even kan, spoed ik me dan met een nietige camera naar de kanten van de Waal en de randen van het park om het moment te pakken waarmee de alsmaar wisselende lichtval het Nijmeegse stadsgezicht nieuwe dimensies schenkt.
Zo ook eind vorige week toen in de namiddag de Kruittoren leek te exploderen in een scala van contrastrijke tinten.
Een moment om te vereeuwigen, maar daar dacht een groep van een tiental hangjongeren bij de volière even anders over. Onder bedreiging werd fotograferen handtastelijk onmogelijk gemaakt.
“Oprotten man.”
Dat het hier in de avonduren niet altijd even pluis is kan zelfs de have niet ontgaan zijn, maar dat gespuis hier ook overdag dicteert tart alles wat ik aan vrijheid koester, maar wat doe ik met mijn machteloze verontwaardiging meer dan het schrijven van dit stukje en het bewandelen van de uitweg die de minste weerstand biedt.
Tot op het bot verbouwereerd druip ik af.
En ja, ik was bang.
Van de politie krijg ik even later te horen dat “het vervelend is dat U bent lastig gevallen” en dat ik desgewenst aangifte kan komen doen.
Alsof ik ergens in een hondendrol getrapt heb.
Opeens begrijp ik wat Frank Boeijen bedoelde toen hij zong dat “iedereen in het Kronenburgerpark de weg kwijt is” en vraag ik me af wat welke weg die kleine Jan van Teeffelen bewandeld zou hebben om hier een van zijn miljoen plaatjes te schieten die nu op archivering wachten.
Op mijn foto staat slechts een afwerende hand met daarachter een wazige Kruittoren als stille getuige van een moment dat me afgepakt werd maar intussen wel duidelijk maakt wat de kracht van de camera is.
Als zo’n minimaal zaktoestelletje al voor zoveel opwinding zorgt dan moet cameratoezicht een geweldige bijdrage kunnen leveren aan een park als plek om lief te hebben, te kuieren, eendjes te voeren en onbezorgd te ontspannen.
Ieder moment van de dag.
Het Kronenburgerpark is om te bezingen, te schilderen of te fotograferen maar niet om bang te zijn.
Was die parkwachter er nog maar, denk ik soms.
Mark Enneken