Dit is het archief van oktober 2014

STEDELIJK KLUITJE

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 30 oktober 2014

De neiging om knus op een kluitje te kruipen is van alle tijden en Nijmegen dankt er haar ontstaan aan.

Toen enige Duitsers, vermomd als Batavieren, hier in biervaten aanspoelden sloegen ze op het hoog en droog gelegen Valkhof onmiddellijk hun tenten op om er te dobbelen en gerstenat te brouwen.

Oppidum Batavorum.

Die nederzetting maakte de weg vrij voor regelaars als Trajanus, Karel de Grote, Barbarossa en Teddy Vrijmoet. Lieden die de kunst verstaan het kluitje bij elkaar te houden, al is die Keizer Karel er onlangs schielijk tussenuit gepiept omdat zijn missie in een verkleedpartij bleef steken.

Bij de feestwinkel weten ze er na de roof van enige feestpakjes ongetwijfeld meer van, maar op de sociale media heb ik geen Karel kunnen betrappen.

Wel de halve Nijmeegse Ondernemers Sociëteit, gehuld in Lederhose en Dirndl, want het grote bierfestijn kan beginnen nu op de Grote Markt vermomde “Hübschen Buben” zijn aangespoeld om er in een groteske tent te komen brassen en te schransen.

Massief op een kluitje.

Je zou toch denken dat er via die ondernemers vanuit de skybox wel iets op de Goffert te regelen was, maar nee, ze willen dat gans het stadshart hoort en ziet dat het oktober is.

En ?

Als NEC nou kon tippen aan München zou de buitenstaander nog iets kunnen bevroeden, maar zelfs voor Robben is het Oktoberfest intussen allang voorbij dus rijst de vraag wat we hier moeten met die jolijt van Käfer’s Schänke, Armbrustschützen oder Hofbräuhäuser ?

Feestwethouder Van Hees mag het weten.

Het zal ongetwijfeld met het dna van die aangespoelde Batavieren te maken hebben, maar tijdens de voorbije Dagen van de Nijmeegse Historie is er met geen woord over gerept.

Intussen wordt het historisch hart van de stad wel een week lang ontsierd door een tentenkamp dat met pijn en moeite tussen alle terrassen, kramen, karren en monumenten gewurmd is en dat terwijl de Waalkade om vertier schreeuwt om te overleven.

Zelfs het beeld van Mariken is zonder pardon geconfisqueerd door de ondernemende Bratwurst-connectie.

Die tent past hier niet, maar wringt.

Het is alsof de pannekoekenboot rondjes moet varen in de bevroren vijver van het Kronenburgerpark.

Of voorbeelden van gelijke strekking.

Waarschijnlijk heeft de gemeente zich gewoon met een kluitje in het riet laten sturen.

En ?

Mark Enneken

Belasting

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 29 oktober 2014

KOLOS IN DE TUIN

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 23 oktober 2014

Omdat Bottendaal en Willemskwartier nog bedacht moesten worden strooide de stad meer dan een eeuw geleden ruimhartig met grond om eindelijk de trein binnen te kunnen halen.

Oh, oh, oh wat waren we blij.

Tientallen jaren hadden we bij de koning op de knieën gelegen om opgenomen te mogen worden in de grote mensenwereld, maar de Staten Generaal zagen het uithoekje aan de Waal niet zitten omdat spoorbruggen prijzig waren.

Nijmegen was goed voor de beurtvaart, de pont en de postkoets.

Verder niet nuilen.

Eerst een kleine veertig jaar nadat Arnhem op het spoor werd aangesloten kwam Nijmegen om de hoek kijken, hetgeen meteen verklaart waarom het tussen NEC en Vitesse niet spoort, maar dat terzijde.

Dermate verheugd was Nijmegen dat men aanvankelijk zelfs vergat om een behoorlijk stationsgebouw te eisen, terwijl de Spoorwegen wel een terrein ter grootte van vele voetbalvelden in de schoot geworpen kreeg en dat breekt thans op.

Het Willemskwartier mort en dat is niet voor het eerst.

Toen Nijmegen zich in de jaren zeventig geen raad met het huisvuil wist kreeg de buurt een overlaadstation in de maag gesplitst, en dat ondanks alle demonstratieve volkswoede die onder leiding van de SP voor jaren een anarchistisch stempel op de stad zou drukken.

Maar dat was toen.

Onder auspiciën van een SP-wethouder wordt thans ernstig overwogen om de spoorkuil op te zadelen met een giga-werkhal die groter is dan de Broerstraat lang is hetgeen geen reden voor veel vreugde is.

Ik bedoel dan het soort vreugde dat wij ontlenen aan het bezit van een achtertuintje dat met behulp van Intratuin en Blokker omgetoverd is in een knus, groen lusthofje waar je schaamteloos je gang mag gaan zolang je er maar geen grote duiventil bouwt.

En wat anders is die spoorkuil anders dan een deel- en pluktuin van Willemskwartier en Bottendaal samen.

Laat ze die geplande kolos maar gebruiken als tunnel voor de Limburgse dieseltreintjes, maar dat wordt vooralsnog niet overwogen.

Integendeel.

Hier moeten straks vol-continue treinen worden opgelapt die nu massaal achter het Centraal Station uitgerangeerd staan te wezen.

Ook al midden in de stad.

Met wat goede wil moet het toch mogelijk zijn elders op een industrieterrein een paar vrije voelbalvelden te vinden waar de NS naar hartelust mag knutselen.

Als het maar niet in onze achtertuin is.

Not in my backyard, afgekort ‘nimby’, hetgeen in de bijbel van de ruimtelijke ordening staat voor een procedure waarbij de buurman opgescheept wordt met een vuiltje dat over de schutting wordt gegooid.

En?

Mark Enneken

PRET IN DE STAD

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 16 oktober 2014

Koud had de wethouder uitgeroepen dat er best wat meer pret in de stad zou mogen of de fopwinkel van Puck Bakker sloot de deur.

Over zoiets kan ik langdurig en gelukzalig zwijmelen.

Toen onze schoolmeester weleer strafwerk uitdeelde vanwege getrapte lol tijdens het speelkwartiertje, snelden we van de Wedren naar Puck om als tegenzet ijswater te kopen, maar de man gaf geen krimp toen hij in de plas ging zitten terwijl zijn achtergevel toch beurtelings koud en heet moet zijn geworden.

Jammer van het zondagszootje maar de voorpret was er niet minder om.

Overigens hadden we later met een klapsigaar van Puck aanzienlijk meer succes.

En nu is er dan een wethouder die meer lol wil trappen om van de stad een grote feesttent te maken.

Als richtingevende voorzet suggereerde het fuifnummer om bijvoorbeeld een professor op de Grote Markt publiekelijk te laten oreren over, pakweg, de chemische werking van ijswater maar daarbij haakt zelfs Puck Bakker af terwijl nabije terrasuitbaters voor hun omzet moeten vrezen.

Toch kan het de man in de stad niet zinderend genoeg wezen en in het lokale clubblad vindt hij een heraut om zulks rond te bazuinen.

Komt allen tesamen rond Mariken en beleef de stad.

Hij wordt op zijn wenken bediend, want het nabije weekeinde golft het bokbier in overvloed door de straten met alle daarbij behorende folklore.

De Nimweegse boktoberfesten.

En alsof dat niet genoeg is slaan enkele leutige bierhandelaren eind van de maand de handen ineen om in een grote tent op de Grote Markt een driedaagse Freistaat uit te roepen waar voor 600 euro een Beierse stammtisch kan worden gereserveerd inclusief Bier, Wurst, Weib und Gesang.

Te verwachten valt dat, gezien het collegialiteitsbeginsel, het voltallige college van BenW in Lederhose en Dirndl zal aanschuiven om de pul te heffen op een bruisende evenementenstad.

Zo’n beleving wil ik niet missen.

Zonde van het entreegeld, maar de voorpret is niet minder als ik bedenk hoe de vroedschap inhaakt en collectief kijkt alsof ze in een plas ijswater terecht gekomen zijn.

Als het college opschiet kunnen ze de bijpassende kledij nog net voor een prikkie op de kop tikken bij Het Goed, zo’n beetje de drukste en avontuurlijkste winkel in het centrum, maar de zaak gaat binnenkort op het industrieterrein kringlopen.

Jammer: een binnenstedelijk evenement minder.

Brandweer

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 15 oktober 2014

LOFLIED OP GINDS

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 9 oktober 2014

Het is met genoegen dat ik wederom ongevraagd plaats neem aan de borreltafel van het lokale ongenoegen, al was het maar omdat deze verkleurde tomatenstad wat meer verdient dan een vriendelijk clubblad alleen.

Wordt er in dit oord aan de Waal nog genuild?

Een zomer lang was ik de hort op om vast te stellen dat het gras ginds groener is dan op het Valkhof waar een zich herhalend donjon-dispuut de boel uiterst sleets gemaakt heeft.

Maar er was meer dan gras alleen.

Een oase van rust, ruimte, natuur, kleur, geur en soortgelijke ingrediënten die garant staan voor een gevoel dat de eerste Bataaf moet hebben gehad toen die hier aanspoelde en Nijmegen nog onbevlekt ontvangen moest worden.

Zelden wist een vakantiebestemming mij hoogdravender te biologeren: Ingebed tussen licht golvend water en zacht welvende glooiingen lag een schier eindeloos lusthof in een baaierd aan betoverende klanken en tinten.

Hosanna op aarde.

Wat wil een rusteloos stadsmens meer dan een verstilde ecologische enclave die nog niet door massatoerisme en windmolens verontreinigd is?

Een streek waar het leven tussen dageraad en schemering nog de authentieke onthaasting van natuur en bewoners zoemt en de nacht ongezien zwijgt.

Ik was een vreemdeling die zich liet vervoeren door datgene wat in Nijmegen tussen beton en asfalt aan levenskunst teloor ging in de kakofonie die een stad tot een smoezelig theater degradeert.

Hier prevelt een kerkje nog geloof; fluistert een ruïne historie en lispelt het dorp de liefde die twee klepperende steltlopers bedrijven.

Hier hoeft niets.

Toeristische verwijzers maken weliswaar gewag van alle zinderende pret die een nabije stad te bieden heeft maar geen mens taalt naar een alternatief voor deze gedroomde elyzeese velden waar je eindeloos ver weg bent.

Deze groene streek is wars van alles wat naar urbanisatie zweemt maar voelt wel de opdringerige ademtocht van de stedeling vanuit de stadsrand uitwaaieren.

Wat heb ik er genoten.

Genoeg om volledig uitgerust terug te keren in de stad die ik, ondanks alle tekortkomingen, trots de mijne mag noemen.

In de Ooij beleefde ik een onvergetelijke zomer.

Je zou er bijna lyrisch van te worden.

Stevensloop?

Een bijdrage van Jac. Splinter, gepubliceerd op 5 oktober 2014

ik las toch echt iets anders eerst.

Driftblootstelling

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 3 oktober 2014

Zorgzaam zijn voor de buren is een goede eigenschap. Zeker nu de bezuinigingen op de zorg ons allemaal gaan raken. Dan is het goed als buren een beetje bezorgd zijn voor elkaar. Het aloude nabuurschap als noodzakelijk iets vanwege veranderende maatschappelijke omstandigheden. Sommige bewoners van de Weezenhof en de Bewonersraad Weezenhof gaan een flink stuk verder. Zij maken zich enorm zorgen om buren, die ze nog niet eens hebben. Dit is de overtreffende trap van bezorgdheid. Een bijna niet voor te stellen vorm van medemenselijkheid.; om tranen van in de ogen te krijgen. En die heb ik gekregen. Alleen zijn het bittere tranen. Hele bittere tranen.

Zonneenergie

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 1 oktober 2014