Dit is het archief van november 2014

Tijdelijk (2)

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 28 november 2014

Mensen van zekere leeftijd, en daarmee bedoel ik mijn generatie en ietsjes ouder, kennen allemaal het lied dat Leen Jongewaard ooit zong: “Kom Kees het is maar tijdelijk; het zal wel weer over gaan”. Nijmegen heeft de laatste decennia weinig wethouders gehad die Kees heetten. Dat is te merken in de stad. Want als hier iets als tijdelijk begint kun je er donder op zeggen dat er van alles en nog wat gebeurt, behalve dat het over gaat. De maycretewoningen aan de Hatertseweg zijn voor mij het bekendste voorbeeld.

Gouden haan

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 24 november 2014

Klimaatneutraal

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 21 november 2014

NEC heeft al sinds begin dit jaar geen huur aan de Gemeente betaald voor het Goffertstadion. Het gaat om heel veel tonnen. Een beetje huurbaas zou al lang streng hebben opgetreden. Zo niet de gemeente Nijmegen. Onder strikte voorwaarden wil het College uitstel van betaling geven, maar het moet niet te gek worden. Vanaf het seizoen 2015 moet er wel een beetje op tijd betaald gaan worden, anders volgen er maatregelen. In mijn fantasie zie ik dan wat de gemeente doet. De huurder na alle vergeefse aanmaningen op straat zetten. Voor NEC betekent dit, dat ze voortaan, net als zo veel voetballers, hun wedstrijden moeten spelen op de Goffertwei. Met een paar jassen als doelpalen.

Fiascomuseum

Een bijdrage van Jac. Splinter, gepubliceerd op 17 november 2014

Bekijk hier de video over het Fiascomuseum
Waar een klein stad groot in kan zijn. En dan toch pakweg een dikke 160.000 bezoekers per dag…dat halen de meeste musea nog niet in een jaar ;-)

Missen

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 14 november 2014

U heeft mij een tijd moeten missen. Dat klopt. Ik was met 2 vrienden in Nepal. De Himalaya was als vanouds: kleurrijk; helder; overweldigend.

VERSCHIL BENADRUKKEN

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 13 november 2014

‘Als je het op de vierkante meter Nijmegen niet vindt, hoef je elders niet te zoeken’, staat in sierlijke blauwe letters op een tegeltje boven mijn voordeur.

Ik ben verknocht aan de stad.

Toch trek in de deur andermaal achter me dicht om de komende weken elders te ontdekken wat ze er daar van gemaakt hebben.

Zoek de verschillen.

Het blijft een genot om te zien hoe mensenhanden uit een negorij een steeds weer wisselend doolhof vol speelse stadsgezichten wisten te scheppen.

De wereld is gedrapeerd met schoonheid alleen is die niet altijd even ontgonnen.

Neem Nijmegen.

Als Nijmegen ergens het verschil kan maken dan is het wel met de uiterst bekoorlijke ligging op een stuwwal die als een guirlande oprijst uit de Waal om over vijf heuvels uit te waaieren.

Nergens is de lokale ansichtkaart aantrekkelijker dan vanaf het Valkhof of de Belvédère waar de Hertog van Parma lang geleden niet voor niets uitriep dat het uitzicht er ‘belle’ en ‘vedere’ was en de man kon het weten.

Alleen begreep Nijmegen het niet helemaal.

Om een of andere duistere reden is de stad behept met een deerniswekkende vorm van hoogtevrees die meteen na de oorlog de kop op stak.

Omdat de Augustijnenstraat te steil was werd aan de ene kant de Grote Markt afgegraven en de Bloemerstraat aan de andere kant waarna alles op het hoopje van Plein 1944 werd gegooid.

Dat loopt wat gemakkelijker voor het winkelend publiek was eertijds het devies dat bij de nieuwe bestrating van het plein even over het het hoofd is gezien, maar dat terzijde.

Ronduit tragisch was de karaktermoord op de Lindenberg.

Geen straatje of gasje in de oude stad was stikker dan deze bevallige vallei tussen Valkhof en oude Benedenstad maar daar dacht de vroedschap even anders over.

Dwars door het middeleeuwse weefsel werd in de jaren vijftig bruut een kolossale muur opgeworpen die bedoeld was om de onderstad bij de bovenstad te trekken maar het resultaat is een naargeestige barrière.

Dat Groene balkon staat model voor de voortdurende ontwrichting tussen stad en rivier op een plek waar het hooglied van een eeuwig durend verbond moet schallen.

Geen dreun maar een innige omhelzing.

Het moet maar eens gezegd worden: die herbouwde Benedenstad is in de kern een gemiste kans omdat nagelaten is een zoenoffer te brengen op het altaar van het vreemdelingenverkeer.

In plaats van te pronken met markante hoogteverschillen en die uit te buiten is de handel aan de Waal even bruut genivelleerd als het college nu op een ander terrein propageert.

Ik ga maar eens kijken hoe ze dat elders aan de rivier opgelost hebben.

Je vindt helaas niet alles op die spreekwoordelijke vierkante meter Nijmegen.

Toch jammer.

Mark Enneken

Tussen droom en daad

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 11 november 2014

Talia/Doornroosje zoals het bedoeld was en zoals het geworden is.

Taliailat

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 8 november 2014

ZUCHT OP TERRAS

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 6 november 2014

Helaas, ze zijn weer voorbij, die mooie dagen dat het leven van de straat als vanzelf overliep op terrassen

Als de stad zich ergens binnenste buiten keert dan is het wel daar waar de goegemeente gretig neerstrijkt om zich te laven aan drank, passanten en enige babbelzucht.

Het collectieve leugenbankje van de gemeenschap ligt op straat zolang het de weergoden behaagt en tot begin november waren die uitzonderlijk mild door voortdurend uitstel van de weersomslag te verlenen

Net zoals dat Vrijheidsuseum waar gelovigen steeds opnieuw lichtpuntjes ontwaren terwijl we allang weten wat het lot is.

Als ze die Vasim omtoveren in de beoogde uitstalkast van goede bedoelingen, dan is die vitrine gedoemd opgenomen te worden in het tragische rijtje van lokale miskleunen als roltrap Snelbinder, inrichting Stationsplein, lift Oversteek, bestrating Plein 1944 en waterkunst Waalkade.

Kapitaal geblunder dat de babbelzucht op een nazomers terras weliswaar bevredigt, maar daar blijft het bij.

Zucht.

Nog afgelopen weekeinde werd er schamper verhaald over de stadhuiselijke regel die tot voor kort verbood om na september nog een terras te exploiteren op straffe van zware boetedoening.

Meteen daarop bedacht de horeca het winterterras; een aangebouwde erker die karakteristiek is voor Parijs maar alhier verstopt is geraakt achter een veelvormige uitdragerij van overkappingen met ingebouwde verwarming en schotten.

Een bivak voor de doorgewinterde gast die er het rookverbod omzeilt maar geen bijdrage levert aan verfraaiing van het stadsgezicht.

Sinds de opheffing van de schoonheidscommissie is het er allemaal niet mooier op geworden, maar de gemeente hoor je er niet over.

Dat krijg je als het stadsbestuur belangen verstrengelt en gesubsidieerde instituten opeens alle ruimte biedt om de concurrentie te vervalsen met terrassen op de stoep van theater, museum of bibliotheek.

Na de Mariënburg staat nu het Kelfkensbos met het Valkhofmuseum op de stoep.

Het verhaal van de schoenlapper die buiten zijn leest om riblapjes verkoopt, of de burgemeester die tegen betaling met hagelslag strooit.

Kijk, dat ze die handel binnenskamers alcoholisch ondersteunen is tot daar aan toe en dat zie je tweewekelijks na een raadsvergadering als de kelder in een babbelbox verandert, maar als de trend zich even doorzet verkast die afterparty straks naar de stoep voor het stadhuis.

En wie betaalt het gelag?

Waarschijnlijk de horeca die met een duur stukje gemeentelijke terrasgrond poogt te overleven.

Je hoort ze zuchten.

Mark Enneken