Dit is het archief van 2014

Talia

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 29 december 2014

Donkere dagen

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 21 december 2014

Dialoog

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 19 december 2014

Gezichtsuitdrukkingen van kinderen kunnen niet geregisseerd worden. Dat is maar goed ook. Want de spontane gezichtsuitdrukkingen van kinderen spreken het meest tot de verbeelding. Stel je voor dat het Nepalese jongetje aan de linkerkant Sujan heet. En het Nepalese meisje aan de rechterkant Puja. En stel je voor dat ze het met elkaar over Nijmegen hebben, dan zou je zo maar de volgende dialoog kunnen horen:

ADIEU ENNEKEN

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 18 december 2014

In de dagen dat er op de Grote Markt nog auto’s stonden waar nu mensen zitten beklom ik ooit een zeepkist om luid een boodschap te verkondigen, maar nauwelijks iemand had er oor naar.

“Volk van Nijmegen”, zo oreerde ik, “met de brute slechting der benedenstad wordt niet alleen ons rijke erfgoed maar ook onze geliefde ziel verkwanseld.”

Helaas, ze wilden niet luisteren en winkelden voort, terwijl op de achtergrond de beul in de onderstad genadeloos voortdenderde.

Ach, ik kende mijn plek.

In een stedelijke samenleving die toentertijd nog door roomsen, grutters en de Gelderlander gedomineerd werd zocht je een ventiel om een dwars geluid te laten klinken.

Er galmt altijd wel iets na.

Zo ook die middag toen een man me welwillend aanklampte omdat hij zich aangesproken voelde. Hij zat in de politiek en bij het Vrije Volk, een rode krant die de stad nog met pluriformiteit verrijkte.

Het was Jan Massink, die later gedreven wethouder werd.

Hij ronselde me tevergeefs, maar leerde me wel dat je de kracht van het woord niet moet laten hangen naar de massa en sindsdien ben ik een bevlogen verkondiger in vele gedaantes.

Nijmegen is om te strelen, te vervloeken, te kastijden en te beminnen, zeker als je er thuis bent.

Vandaar dat ik door de jaren heen naar griffel, vulpen, tikmachine en toetsenbord greep om overwegend voor eigen parochie te preken.

Even een brokje Nijmegen-gevoel vertolken.

Kritisch welwillend.

Ik ben niet van de tumtum, noch van de zuurstokken maar van het eigenzinnige Moenenbier dat ik gretig inschenk voor eenieder die deze stad lief heeft.

Santé, op Nijmegen.

En zo werd ook Mark Enneken geboren als kind van de lokale omroep N1, waar ik een jaar op de redactie meeliep in een groep van steeds andere vrijwilligers die vaak maar weinig met de stad gemeen hadden.

Ik was er niet thuis.

Tijd om de stekker uit mezelf en deze column te trekken en op zoek te gaan naar een volgend zeepkistje om van me te laten horen.

Al was het maar om de burgemeester te knuffelen, de Waalkade te prikkelen, de wethouder te gispen, het Valkhof te aaien, zelfgenoegzaamheid te laken, de stadswacht te volgen, NEC te ontzien, de krant te verbeteren, Knotsenburg te kietelen, Janus van Traa te amuseren en Nijmegen te loven.

Een veelkleurige stad als Nijmegen verdient een bont scala aan podia, fora en media waar iedereen een eigen boeketje kan samenstellen aan anekdotes, kritiek, visie, scherts, lief en leed.

De uitdaging wacht en lacht.

Mark Enneken (Janus van Traa)

Talia

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 18 december 2014

Realiteit

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 12 december 2014

Tussen ideaal en realiteit ligt vaak een wereld van verschil. Politici kunnen er over meepraten; Hubèrt Bruls voorop. Dat is afgelopen week gebleken. Rob Jaspers heeft een tijd geleden in het Nieuwscafé van de Gelderlander het dringende verzoek gedaan aan Rob Jetten van D66 om serieus oppositie te voeren en uit te scheiden met het stellen van onnozele schriftelijke vragen aan het College. Rob Jetten beloofde beterschap. Toch zag ik afgelopen week weer een onnozele vraag van D66 op de site van de gemeente staan.

Vijf bruggen

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 12 december 2014

BELOFTE STEVENSTOREN

Een bijdrage van Mark Enneken, gepubliceerd op 11 december 2014

Bij terugkeer in de stad viel mijn oog, nadrukkelijker dan voorheen, op de Stevenstoren die bij het ontberen van donjon en nimbus het profiel van Nijmegen markeert.

Toen ik vertrok stond-ie er nog bij als een tijdelijk ingepakte blokkendoos die zich naadloos verhief boven de rechtlijnigheid waarmee de Nijmeegse binnenstad uit het puin van de oorlog herrezen is.

Maar ziet: de striptease is begonnen, de tule van het topje is gevallen en de toren pronkt als vanouds wellustig met een bevallig stuk bekroning.

Een ranke peer, een blote hals, de speelse kraag, de pronte bol met kruis en vergulde weerhaan.

De opbouw van de toren heeft altijd een licht erotische lading gehad. De sensuele vormgeving is uiteindelijk niet voor niets afgekeken van de oude kerk die in ’s lands hoofdstad een baken in de rosse buurt vormt.

Vooralsnog geeft de grijze schoonheid niet meer bloot dan een uitdagend stukje bovenkant maar dat is meer dan voldoende om begerig uit te zien naar hetgeen er nog meer aan ontsluiering aanstaande is.

Sinds de schreeuwende reclame voor de Stevensloop verwijderd is blijkt het omhullende doek transparant genoeg om veel te beloven aan pinakels, tympanen, pieken, ballen en andere tierelantijnen.

Het raffinement van de Stevenstoren schuilt in de frivole lichtheid waarmee de spits die zware stenen onderbouw als het ware optilt om een harmonisch uitroepteken in het zwerk boven de Waalstad te schrijven.

Eeuwen geleden schiep een stadstimmerman een stedelijk icoon dat van een onvergankelijke schoonheid is.

De facelift na de oorlog vervolmaakte dat beeld.

De opbouw werd vijf meter hoger en oogt daardoor slanker. Tekeningen van oud-burgemeester Hendrik Hoogers uit waren daarbij richtinggevend. Hoogers overleed precies twee eeuwen geleden maar lijkt vergeten.

Toch staan tekeningen van deze artistieke regent model voor de aanstaande herbouw van die omstreden donjon.

Maar ach, ook de toren van Babel schijnt op papier en doek ook niet helemaal te ogen zoals hij ooit geweest moet zijn.

Er is nog hoop in deze donkere dagen.

Ik heb dan ook alle geloof in de lopende schoonheidsbehandeling van de Stevenstoren.

Als straks het doek valt staat er vast een kerstboom.

Mark Enneken

Tijdelijk (2)

Een bijdrage van Vincent Cantrijn, gepubliceerd op 28 november 2014

Mensen van zekere leeftijd, en daarmee bedoel ik mijn generatie en ietsjes ouder, kennen allemaal het lied dat Leen Jongewaard ooit zong: “Kom Kees het is maar tijdelijk; het zal wel weer over gaan”. Nijmegen heeft de laatste decennia weinig wethouders gehad die Kees heetten. Dat is te merken in de stad. Want als hier iets als tijdelijk begint kun je er donder op zeggen dat er van alles en nog wat gebeurt, behalve dat het over gaat. De maycretewoningen aan de Hatertseweg zijn voor mij het bekendste voorbeeld.

Gouden haan

Een bijdrage van Maerten Prins, gepubliceerd op 24 november 2014